De gemeente Rotterdam start vanaf 1 januari 2015 een proef om het aantal vechtscheidingen terug te brengen middels een echtscheidings-APK; een jaar na de scheiding worden stellen uitgenodigd door hun mediators of echtscheidingsadvocaten om te controleren of de ex-partners hun afspraken (oa met betrekking op de kinderen) nog nakomen.
Waarom een APK voor echtscheidingen?
Van de 20.000 echtscheidingen in 2014 liep 20% uit op een vechtscheiding. De kinderen zijn hiervan de dupe, zij lopen emotionele schade op doordat hun ouders ruzie maken. Met de APK (Algemene Periodieke Keuring) hoopt de gemeente Rotterdam het aantal vechtscheidingen en daarmee de emotionele verwaarlozing van de betrokken kinderen terug te dringen.
Meningsverschillen na de scheiding
Het komt vaak voor dat pas enige tijd na de echtscheiding er meningsverschillen ontstaan tussen de ex-partners. Dit kan zijn over de opvoeding van het kind, wanneer deze bijvoorbeeld naar een nieuwe school gaat. Ook als de thuissituatie bij een van de ouders verandert als gevolg van een nieuwe relatie of verhuizing kan onenigheid ontstaan.
Met de APK voor scheidingen hoopt de gemeente Rotterdam de ruzies voor te zijn, door regelmatig met beide ouders en eventueel de kinderen om de tafel te gaan zitten. Hierbij worden punten besproken als; de alimentatie, de opvoeding en de omgangsregeling.
Is een APK voor scheidingen verplicht?
Een contactmoment ná de echtscheiding is een goede manier om potentiële problemen voor te zijn. Het is echter niet verplicht om aan het verzoek van de mediator of echtscheidingsadvocaat te voldoen en een gesprek aan te gaan met de ex-partner. Het kan zijn dat de echte probleemgevallen hiermee niet worden opgelost.
De vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators (vFAS) juicht de proef voor een APK bij scheidingen in ieder geval toe. Dianne Kroezen, scheidingsmediator en voorzitter van vFAS neemt een half jaar na een echtscheiding standaard al even contact op met de beide partners om te controleren of de afspraken worden nageleefd.
De proef in Rotterdam begint in januari 2016 en start met zestig gezinnen. Bij positieve resultaten zullen meerdere gemeenten in het land deze proef overnemen.